'Polycystic Kidney
Disease - een erfelijke nieraandoening'
(Bron: Neocat Info Magazine)
Het lichaam produceert dagelijks energie voor beweging, verwarming en groei,
c.q. herstel. Bij het omzetten van zuurstof en voedsel in energie
(stofwisseling) worden afvalstoffen geproduceerd die worden uitgescheiden
via de longen, de lever en de nieren. Nieren filteren het bloed en scheiden
de afvalstoffen uit in de urine. Naast deze filterfunctie spelen de nieren
ook een belangrijke rol in de aanmaak van rode bloedcellen, het op peil
houden van de bloeddruk, het op peil houden van de juiste hoeveelheden
vitamine D, calcium en kalium in het bloed (belangrijk voor de botten,
spieren en zenuwen), het bijhouden van de juiste zuurgraad van het bloed,
enzovoort, enzovoort.
door DRS. J.T. BOSJE, specialist in opleiding, Hoofdafdeling
Geneeskunde van Gezelschapsdieren
en DR. G. VOORHOUT, specialist veterinaire radiologie, Afd.
Diagnostische Beeldvorming, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
CHRONISCH NIERFALEN
Als de nieren langere tijd niet goed functioneren (we spreken dan van
'chronisch nierfalen', CNF) worden dieren ziek, sloom, ze eten minder en
kunnen gaan braken. Ze worden vaak mager, gaan meer plassen en drinken en
kunnen bloedarmoede krijgen. De diagnose nierfalen wordt gesteld na bloed-
en urineonderzoek. Bij het bloedonderzoek wordt gekeken naar enkele
afvalstoffen die worden uitgescheiden, namelijk ureum en kreatinine. Bij
verhoogde waarden is er mogelijk sprake van CNF, maar ook acuut nierfalen,
een lage bloeddruk (shock) en plasproblemen (denk aan de "plaskater")
behoren tot de mogelijkheden. De ureumwaarde kan ook verhoogd zijn bij
katten die onvoldoende eten en daarom hun eigen spieren afbreken. Om de
diagnose CNF te stellen, moeten andere ziekten dus worden uitgesloten.
Veel oudere katten krijgen last van nierfalen. Als de katten worden
aangeboden bij de dierenarts, is de ziekte meestal al in een ver stadium. De
nieren zijn klein en stevig en bestaan voor een groot gedeelte uit
littekenweefsel (zgn. schrompelnieren). De oorspronkelijke ziekte die de
nieren heeft beschadigd, is bij deze dieren op dat moment vaak niet meer te
achterhalen. Soms, en bij bepaalde rassen vaak, is de oorzaak van het
nierfalen echter duidelijk aantoonbaar zoals bij de erfelijke ziekten
amyloïdosis (Abessijn en aanverwante rassen) en polycystic kidney disease
(PKD) (Perzische kat en aanverwante rassen).
THERAPIE
Voor geen enkele vorm van chronisch nierfalen, bestaat een therapie waarmee
we de nieren weer kunnen genezen. We kunnen wel door middel van een
aangepast dieet zorgen dat er minder afvalstoffen in het bloed komen. De
dieren krijgen een dieet met een verlaagde hoeveelheid eiwit en fosfaten en
kunnen daarop nog enige tijd in redelijke gezondheid leven. Soms heeft het
zin deze dieren te behandelen met vitamine D en stoffen die voorkomen dat
fosfaten uit het voer worden opgenomen. Deze behandelingen moeten alleen
worden gegeven op voorschrift van een deskundige, omdat het soms ook kan
leiden tot een verslechtering van de situatie. Uiteindelijk zullen de nieren
steeds slechter gaan functioneren en worden de dieren zo ziek, dat meestal
moet worden overgegaan tot euthanasie.
Mensen met een ernstig chronisch nierfalen worden meerdere malen per week
gedialyseerd tot er uiteindelijk een niertransplantatie kan worden
uitgevoerd.
Dialyse of transplantatie wordt in Nederland bij huisdieren niet uitgevoerd.
De behandelingen zijn belastend voor het dier, ze zijn duur en
transplantatie is alleen mogelijk als de organen direct na het overlijden
van de donor worden weggenomen of er een levende donor wordt gebruikt. In
Amerika zijn een aantal dieren getransplanteerd, waarbij gezonde katten
werden gebruikt als orgaandonor. Wij zijn van mening dat deze behandeling
ethisch niet te verantwoorden is.
POLYCYSTIC KIDNEY DISEASE
'Polycystic kidney disease' betekent letterlijk 'nieraandoening met veel
vochtblaasjes' en wordt met name gezien bij de Perzische kat. De cysten
ontstaan uit urine-afvoerbuisjes in de nieren. Waarom delen van
afvoerbuisjes opzwellen, is nog niet bekend. Wel weten we dat PKD een
erfelijke ziekte is, die net zo vaak bij katers als bij poezen wordt
aangetroffen. Al bij heel jonge dieren zijn de cysten aanwezig. Omdat de
cysten dan nog heel klein zijn, werken de nieren bij deze jonge dieren nog
normaal.
Wanneer de cysten in de loop van het leven groter worden (denk hierbij aan
het heel erg langzaam opblazen van een ballon) en het normale nierweefsel in
de verdrukking komt, kunnen de dieren ziek worden. Als er sprake is van een
beperkt aantal cysten of als slechts één nier is aangetast, zal het
betreffende dier niet ziek worden. De kittens van deze dieren kunnen echter
wel ziek worden. Katten hoeven dus zelf niet ziek te zijn of te worden om de
ziekte door te kunnen geven aan het nageslacht.
Met bloedonderzoek kan er geen onderscheid gemaakt worden tussen de
verschillende vormen van nierfalen. Bij het lichamelijk onderzoek zou de
dierenarts kunnen vaststellen dat de nieren onregelmatig (bobbelig) vergroot
zijn, maar omdat de nieren door verschillende oorzaken groter kunnen worden
(ontstekingen, tumoren, afsluiting van de urineafvoerbuis, amyloïdose) is
echografisch onderzoek nodig om de diagnose PKD te kunnen stellen.
DOMINANT OF RECESSIEF?
Afstammingsgegevens van meer dan 60 bij de Afdeling Diagnostische
Beeldvorming van de Faculteit der Diergeneeskunde op PKD gecontroleerde
Perzische katten, bevestigen het dominante karakter van de vererving:
wanneer van positieve dieren de ouders onderzocht konden worden, bleek
altijd tenminste één van de ouders positief te zijn en uit twee positieve
dieren, werden behalve positieve ook negatieve nakomelingen geboren.
Dat laatste kan alleen wanneer beide ouders heterozygoot zijn. Homozygote
lijders (dieren waarbij beide genen van het genenpaar afwijkend zijn) lijken
niet voor te komen. Hoogstwaarschijnlijk zijn katten die homozygoot zijn
voor PKD niet levensvatbaar, worden dood geboren of sterven in een zo vroeg
stadium van de ontwikkeling dat ze helemaal niet geboren worden.
Het is niet uitgesloten dat er naast de dominante vorm van niercystes ook
een recessieve vorm zou kunnen bestaan, zoals bijvoorbeeld bij de mens
bekend is, maar serieuze aanwijzingen daarvoor zijn bij de kat nog niet
gevonden.
Nieuwe mutaties kunnen natuurlijk altijd optreden, maar de kans hierop is
bijzonder klein. Professor van Oost, moleculair geneticus van de Faculteit
der Diergeneeskunde, zegt hierover: "De kans op een nieuwe mutatie is
ongeveer net zo groot als de kans dat morgen een grote meteoriet op de aarde
inslaat. De kans is er altijd, maar die is zo klein dat we er geen rekening
mee houden."
ECHOGRAFIE
Over de echografie bij katten voor controle op PKD bestaat nog steeds de
nodige onduidelijkheid:
- Wie mag dat onderzoek doen?
- Hoe oud moet de kat zijn?
- Hoe betrouwbaar of onbetrouwbaar zijn de uitslagen van het onderzoek?
WIE MAG DAT ONDERZOEK DOEN?
Elke dierenarts in Nederland mag echografisch onderzoek doen en dus ook
katten controleren op niercystes. Er zullen dierenartsen zijn die dat heel
goed kunnen, er zullen dierenartsen zijn die er absoluut niks van terecht
brengen, en er zullen dierenartsen zijn die zich ergens tussen deze twee
uitersten bevinden. Naast vrij veel apparatuur die niet voldoende gevoelig
is om kleine cystes goed te kunnen zien, zal er in de praktijk ongetwijfeld
ook echoapparatuur in gebruik zijn van voldoende kwaliteit.
Het probleem is echter dat we niet weten welke dierenarts goede apparatuur
heeft en welke niet, en welke dierenarts voldoende ervaring heeft met
echografie om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren en welke niet.
Maar er zijn dierenartsen waarvan we zeker weten dat ze meer dan voldoende
ervaring hebben om dit onderzoek te kunnen uitvoeren èn over voldoende
hoogwaardige apparatuur beschikken, namelijk de specialisten in de
veterinaire radiologie. Net als in de humane geneeskunde bestaat er in de
diergeneeskunde specialisatie, waarbij mensen, die zich na hun afstuderen
gedurende meerdere jaren volgens een vastgesteld opleidingsprogramma in een
bepaald vakgebied extra bekwaamd hebben, door de beroepsorganisatie in een
zogenaamd 'specialistenregister' worden ingeschreven. Zo zijn er in de
diergeneeskunde specialisten die zich uitsluitend of bijna uitsluitend bezig
houden met het specialisme radiologie, of zoals we dat tegenwoordig graag
noemen, de 'diagnostische beeldvorming'.
Deze specialisten zijn ingeschreven in een register dat wordt bijgehouden
door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde.
Op verzoek van het Overleg Platform is een lijst opgesteld van de in
Nederland werkzame dierenarts-specialisten in de veterinaire radiologie waar
mensen hun katten kunnen laten controleren. Echografie is moeilijker dan het
lijkt en het is voor een praktiserend dierenarts beslist geen sinecure zich
deze techniek eigen te maken. Desondanks zullen er dierenartsen zijn die dit
onderzoek betrouwbaar kunnen uitvoeren. Neocat accepteert uitsluitend
verklaringen van specialisten in de veterinaire radiologie.
HOE OUD MOET DE KAT ZIJN?
Wat betreft de leeftijd waarop het onderzoek kan worden gedaan ontstaat
steeds meer onduidelijkheid, met name door wisselende berichten die via het
internet tot ons komen. Mededelingen variëren van het al zichtbaar zijn van
cystes bij kittens van 7 tot 8 weken, tot het eerst zichtbaar worden van
cystes op een leeftijd van meer dan 4 jaar.
Bij de Afdeling Diagnostische Beeldvorming van de Faculteit der
Diergeneeskunde houden we een leeftijd aan van zes maanden voordat een kat
een negatief-verklaring kan krijgen. Die leeftijd komt uit het artikel
'Inheritance of polycystic kidney disease in Persian cats' dat Dr. David
Biller samen met anderen heeft gepubliceerd in het wetenschappelijke
tijdschrift 'Journal of Heredity' (1996, jaargang 87, pagina 1 tot 5). In de
samenvatting van dit artikel melden de auteurs: 'Absence of cysts on
ultrasound examination at 6 months of age was correlated with absence of
polycystic kidney disease at necropsy'. Dus geen cystes op een leeftijd van
6 maanden bij echografie betekent ook geen cystes bij microscopisch
onderzoek.
Van de 115 bij dit onderzoek betrokken katten waren er uiteindelijk 2
waarbij met behulp van echografie op een leeftijd van ongeveer een half jaar
geen cystes werden gezien, die later toch cystes bleken te hebben: 1 kat was
op 27 weken echografisch negatief en bij sectie op 44 weken leeftijd
positief, en 1 was op 22 weken leeftijd echografisch negatief en op 35 weken
echografisch positief.
Een leeftijd van zes maanden lijkt dus zeer acceptabel, maar wanneer fokkers
aarzelen, kunnen ze natuurlijk altijd wat langer wachten voordat ze hun
dieren laten onderzoeken. Wanneer het om een nest kittens gaat waarvan de
fokker iets wil aanhouden, kan het de moeite waard zijn de kittens al op 8
of 9 weken te laten onderzoeken, want zelfs op die leeftijd worden bij veel
positieve dieren al cystes gezien. De op dat moment negatieve dieren moeten
dan echter op een leeftijd van tenminste 6 maanden opnieuw worden
onderzocht.
HOE BETROUWBAAR OF ONBETROUWBAAR ZIJN DE UITSLAGEN VAN HET ONDERZOEK?
Onvermijdelijk zullen er zogenaamde vals positieve (er worden cystes gezien,
maar de kat heeft geen PKD) en vals negatieve (er worden geen cystes gezien,
maar de kat heeft toch PKD) en vals negatieve (er worden geen cystes gezien,
maar de kat heeft toch PKD) uitslagen blijven.
Vals positief:
- Er worden cystes gezien die er niet zijn. De kans hierop is bijzonder
klein en dit kan eigenlijk alleen gebeuren wanneer de onderzoeker zeer
onervaren is en de, op het beeldscherm van het echografieapparaat, zeer
donkere mergpapillen van de nieren voor cystes aanziet.
- Er zijn cystes, maar deze zijn niet het gevolg van PKD. Er zijn
nieraandoeningen bekend waarbij cystes kunnen ontstaan. Dergelijke cystes
zijn echografisch niet te onderscheiden van de cystes die bij PKD ontstaan
en dus wordt zo'n kat positief verklaard, ten onrechte. Maar het is niet
raadzaam te fokken met een dier dat afwijkingen heeft, dus dat een dier met
een dieraandoening wordt uitgesloten van de fokkerij, ook al is het dan geen
PKD, is niet zo'n probleem.
Vals negatief:
- Er zijn cystes, maar deze zijn aan de aandacht van de onderzoeker
ontsnapt. De kans hierop is groter naarmate de onderzoeker minder ervaren is
en/of de gebruikte apparatuur niet de gewenste gevoeligheid heeft. Maar
zelfs de meest ervaren onderzoeker met de beste apparatuur kan een keer iets
missen.
- Er zijn cystes, maar deze zijn zo klein dat ze echografisch niet te zien
zijn.
Hoewel, ook gezien de bevindingen van dr. Biller, aangenomen mag worden dat
echografie een zeer betrouwbare techniek is voor het vaststellen van PKD,
zal het risico van vals negatieve uitslagen altijd blijven bestaan.
TESTEN OP PKD: ZIN OF ONZIN?
Met behulp van echografie kunnen de meeste katten met PKD worden
opgespoord. Wanneer deze katten van de fokkerij worden uitgesloten, kan het
voorkomen van PKD heel snel van bijna 50% van de populatie worden
teruggebracht naar een paar procent. Daarmee is het echter nog niet volledig
'uitgeroeid' en daarom is het zo belangrijk dat er een DNA-test komt.
Door de bereidwillige medewerking van een groot aantal fokkers, hebben we de
afgelopen periode bloed kunnen verzamelen van aan elkaar verwante en
echografisch op PKD gecontroleerde katten. Uit dit bloed is DNA geïsoleerd,
waardoor er nu materiaal beschikbaar is om in elk geval te proberen een
DNA-test te ontwikkelen. Nog betrouwbaarder dan echografie en op veel
jongere leeftijd uit te voeren, bij wijze van spreken nog voordat de oogjes
van de kittens open zijn. Met zo'n DNA-test zal het mogelijk zijn de tot dan
toe met echografie gemiste gevallen op te sporen.
De vererving van PKD is heel eenvoudig. Wanneer twee dieren negatief
verklaard zijn en uit een paring tussen deze dieren komt toch een kitten met
PKD, dan is er een probleem. Of er is iets gemist in het onderzoek van de
ouders, of één van de ouders is positief maar heeft zulke kleine niercystes
dat ze met de huidige apparatuur niet te zien zijn, of ... de opgegeven
vader is niet de werkelijke vader van het kitten. Een plotseling opgedoken
recessieve vorm van PKD of een nieuwe mutatie zijn de minst waarschijnlijke
oorzaken voor een dergelijke bevinding. |